Robbrecht en Daem ontwerpen nieuw onthaalgebouw voor Rubenshuis

De jaarlijks ongeveer 200.000 bezoekers van het Rubenshuis wandelen vanaf 2024 via een gloednieuw onthaalgebouw het museum binnen. Dat maakte het Rubenshuis onlangs zelf bekend. Het nieuwe gebouw aan Hopland 13 werd ontworpen door het gerenommeerde Gentse bureau Robbrecht en Daem Architecten.

(illustratie: Robbrecht en Daem Architecten)

Robbrecht en Daem in het straatbeeld

Dat Robbrecht en Daem Architecten anno 2021 één van de meest toonaangevende architectenbureaus van het land is en in die hoedanigheid het nieuwe bezoekersonthaal van het Rubenshuis mocht ontwerpen, is geen verrassing. In vrijwel elke grote Vlaamse stad kleurt een ontwerp van het Gentse bureau het straatbeeld. In Gent ontwierp het de veel besproken stadshal en stak het de iconische Boekentoren van Henry Van de Velde in een modern jasje. In Brugge tekenden de architecten het tentoonstellingsgebouw BRUSK en de imposante concerthal, en in Brussel renoveren ze de Beurs.

In Antwerpen kan je zonder het te weten zelfs in bijna elke uithoek van de stad op een ontwerp van Paul Robbrecht en Hilde Daem botsen: het nieuwe ziekenhuis Cadix aan het Eilandje, Zuiderhuis op Nieuw Zuid, de Leopold de Waelplaats voor het KMSKA. Weldra mag je aan dat lijst ook het prachtige Huis aan de Kade op Nieuw Zuid toevoegen, en dus ook Hopland 13, het nieuwe bezoekersonthaal van het Rubenshuis.

Toegankelijk gebouw

Dat nieuwe onthaalgebouw wordt overigens heel toegankelijk, met alle nodige bezoekersfaciliteiten: een multimediaal belevingscentrum rond Rubens en zijn woon- en werkplek, een museumcafé, een publieke leeszaal én een bibliotheek. Ook de medewerkerskantoren zullen er hun plek krijgen.

Het zes verdiepingen hoge gebouw verrijst op de plaats waar Rubens in 1639 zijn omvangrijke en toonaangevende bibliotheek had. Het ontwerp, dat ingebed wordt in de bestaande gevelstructuur van Hopland, heeft heel wat verwijzingen naar het oeuvre van Rubens. De stapeling van kolommen die verwijst naar de corporale identiteit, de voorkeur voor grote diagonalen die onder meer gereflecteerd wordt in de opbouw van de wenteltrappen zijn daar maar enkele voorbeelden van. Niet verwonderlijk, want Paul Robbrecht en Hilde Daem ontwikkelden al vroeg in hun carrière een grote belangstelling voor beeldende kunst en haar mogelijke invloed op architectuur. Ze lieten zich niet alleen inspireren door eigentijdse kunst maar ook door de klassieke architectuurtraditie. Vandaag staat het bureau gekend voor de vele samenwerkingen met kunstenaars. Voor de Aue Pavilions in Kassel werkte het bureau samen met Gerhard Richter. Het Rubensplein in Knokke was een samenwerking met Franz West en voor de Concerthal in Brugge deden de architecten een beroep op Luc Tuymans. “In ons werk willen we in dialoog gaan met andere cultuuruitingen”, zegt Paul robbrecht. “Daarom gebruiken we graag kunst in onze projecten. We willen dat onze gebouwen plaatsen zijn waar mensen samenleven. We willen ze prikkelen om mekaar niet zomaar voorbij te lopen.”

Nieuwe eenvoud

Het architectenbureau van Paul Robbrecht en Hilde Daem behoort tot de grondleggers van de ‘nieuwe eenvoud’. Die stroming ontstond eind 20ste eeuw in Vlaanderen en wordt gekenmerkt door een uitgesproken geloof in de autonomie van de architectonische vorm. Het werk van Robbrecht en Daem architecten is behalve heel tijdloos ook dienstbaar. Hun vernieuwende projecten hebben aandacht voor mens en milieu. “Architectuur draait om mensen”, zegt Paul Robbrecht. “We vinden het belangrijk dat onze ontwerpen plezier schenken aan wie ermee in aanraking komt. Mensen moeten er zich thuis voelen.”

Indische inspiratie voor Huis aan de Kade

Voor Huis aan de Kade, dat binnenkort op Nieuw Zuid zal verrijzen, vonden de architecten van Robbrecht & Daem inspiratie in de Indische stad Fatehpur Sikri. Daar staat het prachtige Panch Mahal-paleis, een vijf verdiepingen hoog paviljoen dat veel weg heeft van een boeddhistische tempel. Het paleis uit de 16de eeuw is één van de voornaamste bezienswaardigheden in een erfgoedsite die bij toeristen snel aan populariteit wint.

Wat meteen zal opvallen aan het design van Huis aan de Kade is de donkerrode Indische zandsteen, die uit de regio rond Fatehpur Sikri, Agra, komt. Het is dezelfde steen als in de gevel van het MAS aan het Eilandje, maar het ziet het er helemaal anders uit. Waar in de gevel van het MAS gekozen werd voor verschillende kleurschakeringen van de zandsteen, is in het ontwerp van Huis aan de Kade gekozen voor een monochrome dieprode kleur.

Het ontwerp voorziet overigens ook een golvende glazen schil rond het gebouw. Die bezorgt de gevel een uniek uitzicht, vergelijkbaar met de Avenida de la Marina in de Spaanse stad A Coruña, maar creëert voor de bewoners vooral ook een aangename extra buitenruimte. In de zogenaamde wintertuinen kunnen bewoners ook in de tussenseizoen genieten van het heerlijke panoramische uitzicht over de Schelde.