Al enkele dagen gaat ons land gebukt onder een drukkende hittegolf. Overdag is het temperatuurverschil tussen stad en platteland niet groot, want overal is het bloedheet. Maar ’s nachts laat het verschil zich wel goed voelen: in de stad blijft de warmte langer hangen dan op het platteland en koelt het veel minder af, waardoor er temperatuurverschillen van enkele graden kunnen optreden.
De impact van het hitte-eilandeffect
Dat zogenaamde hitte-eilandeffect blijkt uit cijfers van het VLINDER-meetnetwerk van de UGent. Dat toont dat het ’s nachts in de steden 5 tot 6 graden warmer is. Een voorbeeld… Zondagavond rond 19u was het op het Eilandje en in Kontich ongeveer even warm: 35 graden. Enkele uren later, omstreeks 22u30 was het op het Eilandje nog steeds meer dan 30 graden, terwijl het kwik in Kontich al gedaald was naar zo’n 25 graden. De volgende ochtend omstreeks 7u was het in de stad nog steeds 22,4 graden, terwijl het in Kontich minder dan 20 graden was: 18,4.
Dat het in steden veel minder snel afkoelt dan op het platteland ligt aan een aantal factoren. In de eerste plaats aan het feit dat er veel meer asfalt en beton is, dat de warmte overdag opslaat en ’s nachts geleidelijk aan weer afgeeft. Zo vormt het een buffer tegen afkoeling. Tegelijkertijd zorgt de dichte bebouwing ervoor dat de warmte als het ware gevangen zit en minder snel wegkan.
In Het Journaal pleitte Steven Caluwaerts, onderzoeker stadsklimaat aan de Ugent, daarom voor meer groen in de steden. “Omdat steeds meer mensen in steden wonen, is het een groeiend probleem waar stadsontwikkelaars en stedenbouwkundigen rekening mee moeten houden. Meer groen in de steden – parken, tuinen, bomen, groene lanen – zal het effect van hitte-eilanden temperen. De aanplanting van bomen zal de temperatuur amper naar beneden halen, maar zorgt wel voor schaduw, wat het thermische comfort verhoogt.”
Nieuw Zuid, de groenste wijk van ’t Stad
“Voor ons is dat niet nieuw”, zegt Kristof Schellekens, woordvoerder van projectontwikkelaar Triple Living. “Al van bij de start hebben we op Nieuw Zuid resoluut de groene kaart getrokken. Parken, daktuinen, groene straten, wadi’s, plantenperken, zelfs gevelbegroeiing: je vindt het hier allemaal. Weet je dat we zelfs eerst de groenruimte hebben uitgetekend en er daarna pas de gebouwen hebben bijgezet?”
“Groenruimte is voor ons heel belangrijk, want het creëert een aangename, leefbare omgeving voor de bewoners. Dan heb ik het niet enkel over het matigend effect van bomen en parken op de temperatuur. Mensen worden gewoon ook gelukkiger als ze in een groene omgeving zitten. Bovendien nodigen de verschillende parken en groene straten uit tot toevallige ontmoetingen en babbels.”
“We hebben bewust gekozen voor een open buurt, met ruimte tussen de gebouwen. Op die manier krijg je hier niet het gevoel dat je midden in de stad zit, maar je bent wel overal dichtbij. Al die keuzes zorgen ervoor dat het op Nieuw Zuid vandaag een pak aangenamer is dan in sommige andere delen van de stad. En dat is heel mooi, vooral voor de mensen die hier al wonen.”